Inspanningsastma komt veel voor, vooral bij kinderen en jongeren. Veel van hen hebben een andere vorm van astma of hebben last van allergieën. Inspanningsastma komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes. De symptomen zijn: kortademigheid, piepende adem en hoestbuien vlak na een inspanning. De klachten zijn meestal na een minuut of tien op zijn ergst en worden daarna minder. Binnen een uur zijn meestal de klachten weer verdwenen. Een arts kan vaststellen of het inderdaad om inspanningsastma gaat door een inspanningsproef te doen.
Als de diagnose gesteld is zijn er verschillende mogelijkheden om de astma te onderdrukken. Kortwerkende medicijnen zoals luchtwegverwijders kunnen voor de inspanning gebruikt worden. Maar het is ook mogelijk om voor een langwerkend medicijn te kiezen dat dan een- of tweemaal daags gebruikt wordt.
Welke sport kan ik beoefenen als ik last heb van inspanningsastma?
De ene sport is de andere niet. De aard van de sport en de omgeving waarin wordt gesport, bepalen mede of inspanningsastma heel vaak of juist wat minder voorkomt. Over het algemeen kun je zeggen dat de kans op inspanningsastma bij warme en vochtige omstandigheden kleiner is, dan bij koud en droog weer.
Bovendien is het beter om te kiezen voor een sport met een wat lagere adembehoefte zoals tennis, vechtsporten, golf, volleybal, handbal, badminton, gymnastiek en sprinten. Ook watersporten zoals zwemmen en waterpolo zijn aan te raden. Minder goed voor mensen met inspanningsastma zijn sporten met een hoge adembehoefte zoals voetbal, wielrennen, lange- afstandslopen en rugby. Ook ‘koude’ sporten zoals schaatsen, ijshockey en langlaufen zijn niet ideaal voor inspanningsastma.