Lesje saturatie
Gepubliceerd: 3 sep 2022Waarschijnlijk heeft de longarts weleens je saturatie gemeten, oftewel hoeveel zuurstof er in je bloed zit. Of misschien heb je thuis een saturatiemeter. Hoe belangrijk is de uitslag en wanneer trek je aan de bel?
Veel mensen met een longziekte krijgen ermee te maken: de saturatiemeting. Hierbij wordt met een draadloos ‘knijpapparaat’ aan je wijsvinger gemeten hoeveel zuurstof er in je bloed zit. Dat is belangrijk, want ons lichaam kan niet zonder voldoende zuurstof. Zuurstof zorgt er bijvoorbeeld voor dat onze organen kunnen werken. Als we inademen, komt er zuurstof via de longen in het bloed. Het bloed vervoert vervolgens de zuurstof door ons lichaam naar de organen.
De saturatiemeter meet met behulp van ledlampjes de roodheid van het bloed, oftewel de hoeveelheid zuurstof. Die wordt uitgedrukt in een percentage. Saturatie geeft namelijk aan hoeveel procent van de hemoglobine in de rode bloedcellen zuurstof aan zich heeft gebonden. Een uitslag van honderd procent betekent dat de hele rode bloedcel verzadigd is met zuurstof.
(Voor wie er meer van wil weten: hemoglobine is een eiwit in het bloed. Het zorgt ervoor dat zuurstof vanuit de longen naar de rest van het lichaam gaat. Hemoglobine zit in de rode bloedcellen. Het ijzer in de hemoglobine geeft bloed zijn rode kleur.)
Onder de 90
De longarts doet de saturatiemeting maar je kunt ‘m ook zelf thuis doen. Na een paar seconden is de uitslag af te lezen, in de vorm van een percentage. ‘Een saturatie van 95 tot 100 procent is goed’, zegt longarts Annelies Slats. ‘Een uitslag van 99 is niet beter dan van 96. Een saturatie van 91, 92 of 93 procent is lager dan normaal, maar nog geen directe reden tot zorg. Onder de 90 procent krijgen de weefsels en organen minder zuurstof. Als dat kort duurt, kan het geen kwaad. Je merkt het zelf ook niet altijd; pas bij een flink laag zuurstofgehalte wordt de ademhaling sneller. Duurt het lang, dan kun je benauwd, moe of onrustig worden. Ook raken weefsels en organen soms beschadigd. Gelukkig komt het vrijwel nooit zo ver, dan is er allang ingegrepen.’
Extra zuurstof
Zeker bij mensen met een longziekte hoeft een saturatie van 92 procent niet abnormaal te zijn. Bij longemfyseem gaan de longblaasjes stuk en wordt er dus minder zuurstof opgenomen. Dat gebeurt ook als de wand van de longblaasjes door littekenvorming dikker wordt, zoals bij longfibrose. Bij astma daalt de saturatie meestal alleen bij een ernstige astma-aanval waarbij de luchtwegen sterk vernauwen. Annelies Slats: ‘Hoe schadelijk het is, hangt af van hoe heftig de aanval is. Is iemand ineens erg benauwd, dan kan hij naar de spoedeisende hulp komen en gaan we dat snel verhelpen met extra zuurstof. Is de saturatie langzaam te laag geworden, dan vragen we meestal op de polikliniek zuurstof voor thuis aan.’
Geen paniek
Veel mensen meten hun saturatie thuis zelf. Ga eerst vijftien minuten rustig zitten en doe dan pas de meting, raadt Annelies Slats aan. ‘Als de saturatie onder de 95 procent is, meet je na tien minuten aan een andere vinger nog een keer. Is de waarde nog te laag, neem dan contact op met de huisarts.’ Houd er daarnaast rekening mee dat de saturatiemeter tijd nodig heeft om het zuurstofgehalte van het bloed te bepalen. De meter moet het pulseren van het bloed kunnen zien. ‘De duurdere apparaatjes geven ook de hartslag, daarmee check je of de meter juist heeft gemeten. Bij een hartslag die steeds verspringt, weet je dat de meter niet goed werkte. Herhaal ook dan de meting na even rustig zitten.’
Longartsen raden zelfmeting niet per se aan, want een longziekte is veel meer dan alleen de saturatie. ‘Soms raken mensen in paniek van de uitslag’, merkt Annelies Slats. ‘Ben je daar gevoelig voor, laat dan de huisarts of longarts meten. Zo kun je meteen de uitslag bespreken. Als we zelfmeting wél aanraden, leggen we uit wat voor die persoon een te lage saturatie is en wat hij bij zo’n lage saturatie moet doen.’
Bloedgas
De saturatiemeter werkt niet bij iedereen goed op de vingers. Dat is bijvoorbeeld zo bij mensen bij wie de doorbloeding is verstoord. Zorgverleners kiezen er dan soms voor om de saturatie met een speciale sensor bij het oor of op het voorhoofd te meten.
Ook wordt soms een bloedgasonderzoek gedaan. Dat is net iets anders dan een saturatiemeting. Bij een bloedgas meet de longarts het zuurstofgehalte door met een prik bloed uit een slagader te halen. ‘Dat doen we vooral bij mensen die extra zuurstof gebruiken’, zegt Annelies Slats. ‘Het geeft een nog preciezer beeld dan saturatie. Bij een bloedgas meet je de gasspanning van zuurstof in het bloed en bij saturatie meet je de hoeveelheid zuurstofmoleculen gebonden aan een rode bloedcel. Een uitslag van honderd procent betekent dat de hele rode bloedcel verzadigd is met zuurstof. Maar als er minder rode bloedcellen zijn om de zuurstof over te verdelen – bij bijvoorbeeld bloedarmoede – kun je toch honderd procent saturatie hebben.’ Dat neemt niet weg dat saturatie een betrouwbaar beeld geeft van de hoeveelheid zuurstof in het bloed.