Het vaccineren tegen corona is in volle gang. Sommigen staan te springen, anderen hebben zo hun bedenkingen. En wat nou als je wel een vaccinatie wil, maar bang bent voor naalden? Prikangst komt heel veel voor. Gelukkig is er ook vaak iets aan te doen.
Zeker een op de vijf volwassenen heeft prikangst. Vaak ontstaat de angst op jonge leeftijd en verdwijnt deze later vanzelf. Soms wordt de angst juist intenser, en ontwikkelt een normale kinderangst zich tot prikfobie.
“Daar kan ‘modelling’, bijvoorbeeld het zien van schrikkende ouders, aan bijdragen”, zegt psycholoog Melissa van Buuren. Ook conditionerende ervaringen, zoals een pijnlijke prikervaring, kunnen een rol spelen. “En de overdracht van negatieve informatie, denk aan verhalen van familieleden, films en boeken.”
De alarmbel gaat af
Wat gebeurt er precies bij iemand met prikangst? Bij het zien van een naald bij je arm, gaat er als het ware een alarmbelletje rinkelen in de hersenen. Dat activeert stresshormonen die zorgen voor lichamelijke reacties, zoals een hogere ademhaling, zweten en hartkloppingen.
“Dit leidt tot een gevoel van onrust, onbehagen en onveiligheid”, legt Van Buuren uit. Door de terugkoppeling van die negatieve gevoelens naar de hersenen, gaat de alarmbel nog harder af. “Daardoor worden steeds meer stresshormonen aangemaakt. Dat versterkt nog eens het signaal dat er iets gevaarlijks aan de hand is.”
Angst leidt tot verzuim
Prikangst kan ertoe leiden dat iemand artsen, tandartsen en vaccinaties vermijdt. Bijna 20 procent van de mensen die bang is voor naalden, durft geen vaccinatie te halen. Dat ontdekte onderzoeker Elisabeth Huis in ‘t Veld, gespecialiseerd in prikangst en flauwvallen.
Ook duurt een simpele bloedafname of injectie bij iemand met prikangst gemiddeld twintig minuten langer. Bij 13 procent gaat de afname of injectie uiteindelijk helemaal niet door.
“Als iemand een beetje angstig of nerveus is, kost de extra uitleg en geruststelling al meer tijd. En als iemand heel erg bang is en fysiek tegenstribbelt, neemt dat soms zelfs een uur of langer in beslag.”
Meten is weten
De lichamelijke stressreacties bij prikangst ontstaan vaak onbewust. Huis in ‘t Veld zag eens een bloeddonor flauwvallen, die vlak daarvoor nog zei dat het prima ging. Als een donor of patiënt angstig, misselijk of duizelig wordt, is het vaak al te laat om effectief te helpen.
“Ik vroeg mij af: wat nou als we die stressreacties kunnen meten voordat mensen het zelf weten?” Ze ontwikkelde een gameapp om de kans op flauwvallen te voorspellen. De app maakt gebruik van biofeedback, een beproefde methode die lichaamssignalen terugkoppelt.
Kom erachter wat voor jou werkt
Via de selfiecamera meet de app onder meer de hartslag, ademhaling en zweet. Ondertussen maakt iemand een kleurenpuzzel, waarbij vakjes blauw moeten blijven. Als de spanning oploopt, kleuren vakjes rood. Dan moet je iets doen om rustiger te worden, om de vakjes weer blauw te krijgen.
Huis in ‘t Veld: “Zo leer je erachter komen wat voor jou werkt. Voor de een is dat een mindfulnessoefening, voor de ander het terugdenken aan een vakantie. Dat werkt beter dan als je tegen iedereen zegt: doe nu een ontspanningsoefening.”
Blijf prikken
Wat werkt is inderdaad anders voor iedereen, zegt ook psycholoog Melissa van Buuren. Als de angst zo ernstig is dat je bijvoorbeeld noodzakelijke medische zorg vermijdt, kan een psycholoog helpen de angst te overwinnen of milder te maken door behandeling.
Van Buuren heeft goed nieuws: “Je kan helemaal van je prikangst afkomen. Sommige mensen ervaren na een behandeling helemaal geen angst meer. Anderen ervaren een lichte vorm van spanning, maar kunnen meer ontspannen geprikt worden.”
Tips die op het moment zelf helpen om minder angstig te zijn:
- Vermijd prikken niet! Hoe vaker je een prik neemt (met de nodige steun), hoe groter de kans dat de angst vermindert.
Bespreek je angst met een bekende en/of met degene die je prikt.
- Als je het eng vindt om de naald te zien, kijk dan de andere kant op.
- Vraag als je vooral bang bent voor de pijn naar een verdovende crème.
- Probeer zoveel mogelijk te ontspannen, bijvoorbeeld met ademhalingsoefeningen of een koptelefoon met je favoriete muziek.
- Zoek afleiding, zoals kijken naar welke kleuren je op de muren van de kamer ziet of praten over iets simpels als het weer.
Bron; www.nu.nl