Welke geneesmiddelen helpen tegen hooikoorts en wat werkt niet?
Gepubliceerd: 1 mei 2019Hooikoorts kan knap vervelend zijn en een grote impact hebben op je dagelijks functioneren en je levenskwaliteit. Indien je veel last hebt van hooikoorts, dan kan het zinvol zijn om een geneesmiddel te nemen. Er bestaan verschillende types van geneesmiddelen: pilletjes om in te nemen, neussprays, enz.
Voorkeursbehandelingen zijn (1) een neusspray op basis van corticosteroïden of (2) een oraal in te nemen antihistaminicapil.
1. Geneesmiddelen bij hooikoorts die via de neus worden toegediend
Fysiologische zoutoplossing
Bij een verstopte neus kan een fysiologische zoutoplossing in de vorm van een neusspray helpen. Het is een eenvoudige en totaal onschadelijke behandeling.
Inhalatiemiddelen
Inhalatiemiddelen om toe te voegen aan warm water en in te ademen, worden ten zeerste afgeraden, zeker bij kinderen. Het is niet aangetoond dat ze meer effect hebben dan gewone waterdamp. Bovendien kunnen ze ernstige bijwerkingen hebben, zoals irritatie van de neus, ademhalingsproblemen, verbrandingsverschijnselen, enz. Stomen met zuiver water (2 keer daags 30 minuten, 2 keer per week) kan de klachten wel tijdelijk verlichten.
Corticosteroïden
Neussprays op basis van een corticosteroïden genieten de voorkeur. Ze zijn van alle allergiegeneesmiddelen het meest werkzaam op de neus- en oogklachten en ze zijn ook goedkoper dan antihistaminica.
De meest voorkomende ongewenste effecten van corticosteroïden zijn irritatie van de neus, niesaanvallen direct na toediening en soms lichte neusbloedingen. De bijwerkingen komen vooral voor tijdens het begin van de behandeling en zijn regelmatig van voorbijgaande aard.
Grootste nadeel is dat het effect pas na 12-24 uren optreedt. Bij gekende hooikoorts is het dan ook aangeraden om minstens één week vóór het pollenseizoen te starten.
Antihistaminica
Nasale antihistaminica werken minder goed dan de corticosteroïden, maar wel sneller (al na enkele minuten). Daarom kunnen ze bij acute klachten wel worden gebruikt. Ze hebben evenwel geen effect op een verstopte neus. Nadeel in vergelijking met een oraal antihistaminicum is dat u het meerdere keren per dag moet toedienen en dat ze vervelende bijwerkingen kunnen hebben (zoals een bloedneus, irritatie, hoofdpijn).
Je hoeft antihistaminica niet iedere dag te gebruiken. Neem het medicijn zodra je klachten krijgt of als je verwacht klachten te krijgen. Als de klachten een tijdje weg zijn probeer je weer te stoppen. Langdurig gebruik kan geen kwaad.
Vasoconstrictoren
Neusdruppels of sprays op basis van een vaatvernauwend middel (zoals xylometazoline), een zogenaamde vasoconstrictor, worden afgeraden. Ten eerste zijn ze alleen effectief tegen een verstopte neus, en ten tweede en vooral, kunnen ze bij stoppen zogenaamd ‘rebound’-congestie veroorzaken met roodheid, zwelling en een verstopte of lopende neus. Je hebt ook steeds grotere hoeveelheden neusdruppels nodig en dreigt in een vicieuze cirkel terecht te komen.
2. Oogdruppels bij hooikoorts
Oogdruppels kunnen gebruikt worden wanneer je vooral oogklachten hebt (tranende, rode ogen, enz.).
• Oogdruppels op basis van antihistaminica werken snel (na enkele minuten) en hebben nauwelijks bijwerkingen. Zij genieten dus de voorkeur bij acute klachten.
• Oogdruppels op basis van cromoglicaat en lodoxamide kunnen gebruikt worden ter preventie van oogklachten over een langere periode. Je moet minstens twee weken voor het pollenseizoen beginnen, en ze dagelijks gebruiken (minstens 4 keer per dag).
• Oogdruppels op basis van corticosteroïden worden afgeraden omwille van de mogelijke bijwerkingen. Ze kunnen in uitzonderlijke omstandigheden door een oogarts worden voorgeschreven en slechts gedurende korte tijd worden gebruikt.
• Oogdruppels op basis van niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen (NSAID’s) worden afgeraden omdat hun werking onvoldoende aangetoond is.
3. Orale geneesmiddelen bij hooikoorts
Antihistaminica
Van de orale geneesmiddelen verdienen de nieuwere antihistaminica de voorkeur. Ze zijn zeer effectief tegen een loopneus, tranende ogen, enz., maar helpen niet of nauwelijks tegen een verstopte neus of bij astmaklachten.
Nasaal toegediende corticosteroïden zijn beter werkzaam dan orale antihistaminica, zeker wat neusklachten betreft, maar in vergelijking met nasale corticosteroïden werken ze sneller (na ongeveer 1 uur), waardoor ze bij acute klachten de voorkeur genieten. Bovendien nemen sommige mensen liever een pilletje dan dagelijks in de neus te moeten spuiten.
De oudere antihistaminica hadden nogal wat bijwerkingen (ondermeer een zeer vervelende slaperigheid) die bij de nieuwere producten grotendeels zijn verdwenen. In combinatie met alcohol kan wel slaperigheid optreden.
Combinatieproducten van een antihistaminicum met een vaatvernauwend middel worden afgeraden. Ze werken niet beter dan een puur antihistaminicum en de kans op soms ernstige bijwerkingen is veel groter. De combinatie van een antihistaminicum met een leukotrieenreceptorantagonist (zoals montelukast of loratadine) is niet werkzamer dan één van beide producten afzonderlijk.
Corticosteroïden
Orale corticosteroïden zijn nooit een eerste keuze voor de behandeling van hooikoorts vanwege de mogelijke bijwerkingen. Ze mogen slechts in uitzonderlijke gevallen worden gebruikt.
4. Hyposensibilisatie of immunotherapie bij hooikoorts
Immunotherapie is een interessante optie voor mensen die veel last hebben van hun allergie. De effecten zijn vergelijkbaar met die van corticosteroïden die via de neus worden toegediend en zijn superieur aan die van andere allergiegeneesmiddelen zoals antihistaminica. Meestal is er al tijdens het eerste jaar een vermindering van de klachten merkbaar.
Groot voordeel van immunotherapie is dat het effect minstens 6 tot 12 jaar aanhoudt nadat de behandeling is stopgezet. Een bijkomend voordeel is dat het, alleszins bij kinderen, de kans op ontwikkeling van astma en andere allergieën vermindert. Een immunotherapie houdt in dat men het afweersysteem minder gevoelig maakt door de stof waarvoor iemand allergisch is, bijvoorbeeld graspollen, in toenemende hoeveelheden toe te dienen zodat het immuunsysteem daarop gaat reageren. In feite wordt het kwaad met het kwaad bestreden. Doel is de allergische klachten drastisch te doen afnemen of zelfs geheel te laten verdwijnen, zodat u geen of alleszins veel minder medicamenten moet nemen.
• Bij subcutane immunotherapie (SCIT) wordt het allergeen onderhuids ingespoten. Bij een luchtwegenallergie door gras-, onkruid- en berkenpollen verminderen de klachten na twee jaar met 50 tot 80%. De meeste patiënten vertonen een verlichting van de symptomen na 6 – 8 maanden behandeling. Soms wordt een patiënt na afloop van de kuur zo goed als helemaal klachtenvrij. Probleem is het risico op soms ernstige bijwerkingen.
• Bij sublinguale immunotherapie (SLIT) wordt het allergeen via de mond toegediend, onder de vorm van druppels of een pilletje dat men gedurende enkele minuten onder de tong moet laten smelten. De behandeling moet minstens 2 jaar voortgezet worden. SLIT heeft als groot voordeel dat er geen arts nodig is bij het toedienen van de immunotherapie en dat de behandeling dus thuis kan worden toegepast. Bovendien is de kans op bijwerkingen veel kleiner dan bij SCIT. Over de doeltreffendheid van sublinguale desensibilisatie voor graspollen lopen de meningen uiteen.
Nadelen van immunotherapie zijn onder andere:
• het is een langdurige behandeling;
• risico op bijwerkingen;
• Er is vooraf geen zekerheid te geven over het uiteindelijke effect. Dat kan variëren van minder klachten bij dezelfde hoeveelheid medicijnen tot helemaal geen klachten zonder medicijnen. Helaas zijn er ook mensen bij wie immunotherapie helemaal niet helpt.
Immunotherapie mag niet toegepast worden:
• Bij kinderen beneden 3 jaar.
• Immunotherapie wordt niet gestart tijdens een zwangerschap, maar een lopende behandeling kan tijdens de zwangerschap worden verdergezet als ze goed verdragen wordt.
• Bij ernstig astma die het hele jaar behandeld moet worden met inhalatiecorticosteroïden of dagelijks bèta-2-sympathicomimetica, wordt het afgeraden.
• Bij mensen met een hart- en vaatziekte of hoge bloeddruk die bètablokkers nemen.
• Bij mensen die lijden aan een ziekte die de werking van het immuunsysteem ernstig belemmert (bv. kanker)
• Bij mensen met chronische hart- of longaandoeningen.
5. Homeopathie bij hooikoorts
Nogal wat hooikoortspatiënten gebruiken homeopathische geneesmiddelen en zijn daar zeer tevreden over. Of die homeopathische geneesmiddelen ook effectief zijn beter werken dan een placebo (een nepgeneesmiddel), is echter onvoldoende aangetoond.
Bron:Â www.gezondheid.be