Lees voor

Astma & het voeden van je baby

De eerste levensmaanden bestaat de voeding van een baby enkel uit borst- en/of flesvoeding. Borstvoeding wordt gezien als de beste voeding voor je baby. Dit komt omdat moedermelk zich continu aanpast aan de behoeften van het kind. Echter flesvoeding, ook wel kunstvoeding speciaal voor zuigelingen tot 6 maanden, is een betrouwbaar en veilig alternatief. 

Het advies van de WHO (World Health Organisation) is om tenminste 6 maanden uitsluitend borstvoeding te geven aan je kind, maar elke week borstvoeding telt. Moedermelk bevat de belangrijke voedingsstoffen die je baby de eerste 6 maanden nodig heeft. Uitgezonderd van vitamine D en K. Deze moeten extra worden gegeven aan de baby.

Naast de voedingsstoffen, biedt moedermelk ondersteuning in het afweersysteem van de pasgeborene. Het immuunsysteem bij een pasgeborene is namelijk nog niet volgroeid. Deze afweerstoffen, ook wel antistoffen, zitten vooral in de moedermelk die je in de eerste paar dagen na de geboorte aanmaakt. Ook wel het colostrum genoemd. Deze eerste melk is heel geconcentreerd en vol eiwitten, voedingsstoffen en afweerstoffen. Een pasgeborene drinkt nog niet zoveel, maar krijgt doordat het zo geconcentreerd is voldoende binnen van deze stoffen die erin zitten. 

Het geven van borstvoeding heeft ook voordelen voor jou als moeder. Het beperkt het bloedverlies na de bevalling, helpt je weer op gewicht te komen en het draagt bij aan een band tussen jou en je kindje door het vele huid-op-huid-contact. Er zijn zelfs aanwijzingen dat vrouwen die lange tijd borstvoeding geven een lager risico hebben op bepaalde vormen van borstkanker.

Maar borstvoeding vergt veel van een moeder. Om de melkproductie op gang te brengen en te houden, kan je geen enkele voeding overslaan. Jij bent zodoende ervoor verantwoordelijk dat je baby de eerste periode tenminste iedere 3 uur 24/7 wordt voorzien van voeding. Dit kan ofwel live aan de borst, ofwel door te kolven en vervolgens een fles met afgekolfde melk aan te bieden. Ook is het soms nodig om extra te kolven om de melkproductie te verhogen. Dit kost veel energie van jou als moeder. Energie die al spaarzaam is in een kraamperiode en al helemaal als je daarnaast een chronische ziekte als astma hebt. Dit zou een reden voor jou kunnen zijn om voor flesvoeding te kiezen.  

Daarnaast is het goed om te weten dat de melkproductie niet direct na een bevalling op gang is. Het kan wel tot zes weken na de bevalling duren tot de melkproductie goed op gang is. Borstvoeding werkt volgens een vraag en aanbod principe. Als de baby vaker aan de borst drinkt, wordt er meer melk aangemaakt. Drinkt de baby minder vaak aan de borst, wordt er minder melk aangemaakt. Maar daarnaast zijn ook verschillende factoren van invloed op de hoeveelheid melk. Zoals het juist/onjuist aan happen van de borst, niet op vraag-aanbod, maar op schema voeden, gebruik van de fopspeen, etc. Maar ook de gezondheid en de lichamelijke conditie van jou als moeder speelt mee. Extreme vermoeidheid, ziekte of het gebruik van medicatie kan van negatieve invloed zijn op je melkproductie.  

Ook al geeft borstvoeding veel voordelen, de keuze die jij/jullie maken voor jullie kindje is de beste keuze! Happy mommy = happy baby 🙂  
 

Borstvoeding geven met astmamedicatie

Heb je astma en gebruik je daarvoor medicijnen? Dan wil dat niet direct zeggen dat je geen borstvoeding kunt geven. Veel van de medicijnen die bij astma worden voorgeschreven in Nederland, kunnen veilig gebruikt worden in de borstvoedingsperiode. Bespreek met je behandelend arts of dit ook voor jouw medicijnen geldt.  Soms kan het nodig zijn je astmamedicatie aan te passen voor de borstvoeding. Gelukkig zijn er vaak voldoende alternatieve medicijnen waar veel ervaring bij is op het gebied van gebruik tijdens het geven van borstvoeding. Specifiek voor prednison (bij langdurig gebruik) kan het advies gegeven worden om na inname 3 tot 4 uur te wachten met het geven van borstvoeding. Ook hierin kan je behandelend arts je het beste adviseren.

Stop of wijzig je medicatie nooit zonder overleg met je behandelend arts. Ook niet als je twijfelt over het geven van borstvoeding met jouw medicatie.

 

Kolven in de zwangerschap bij astma

Het is (nog) niet zo bekend, maar soms kiest een moeder ervoor om tijdens de zwangerschap al colostrum te kolven. Ook wel antenataal kolven genoemd. Hiermee mag je pas starten na 37 weken zwangerschap, omdat het mogelijk weeën kan opwekken. Het is belangrijk om antenataal kolven altijd in overleg te doen met jouw behandelend verloskundige of gynaecoloog. Hij/zij kan adviseren of het aangeraden wordt in jouw specifieke situatie en je doorverwijzen naar een lactatiekundige. Hij of zijn kan jou meer uitleg geven over het kolven tijdens de zwangerschap, adviseren wat je hiervoor nodig hebt en je de juiste techniek aan leren.

Bij antenataal kolven vang je het eerste colostrum op die je borsten aanmaakt. Dit colostrum wordt steeds opnieuw aangemaakt tot de stuwing in de kraamweek. Stuwing is doorgaans drie tot vijf dagen na de bevalling, waarbij de borsten erg vol zijn. De melkproductie begint op gang te komen. Na de kraamweek kan je ook last krijgen van stuwing als bijvoorbeeld je baby een nacht doorslaapt. Het is dus niet zo dat je het colostrum op kolft in je zwangerschap en het na de bevalling niet meer beschikbaar is. Je borsten blijven colostrum aanmaken tot aan de stuwing in de kraamweek.

Antenataal kolven kan bijvoorbeeld aangeraden worden als je weet dat je een keizersnede krijgt en de baby niet direct kan aanleggen, bij een meerlingzwangerschap of bij zwangerschapsdiabetes. Maar het is ook het overwegen waard als je astma hebt. Zoals eerder benoemd kost borstvoeding geven veel energie. Heb je ervoor gekozen om geen borstvoeding te geven aan je kindje, maar wil je jouw kindje wel het colostrum bieden, dan zou antenataal kolven een keuze kunnen zijn.

Het is goed om te weten dat kolven in de zwangerschap niet altijd lukt. Bij sommige moeders komt de borstvoeding echt pas na de bevalling op gang. Of het wel of niet lukt tijdens je zwangerschap, dit zegt niets over je melkproductie na de bevalling.

 

 

Koemelkallergie bij pasgeborene

Als een ouder astma heeft (en/of allergieën en/of hooikoorts) is er een verhoogde kans dat de pasgeborene een erfelijke aanleg heeft voor een koemelkallergie. Vaak kom je hierachter als de baby klachten krijgt die passen bij een allergische reactie, zoals huidklachten, luchtwegklachten en maag- en darmklachten. Als je vermoed dat dit een koemelkallergie betreft, is het van belang contact op te nemen met de huisarts of de jeugdarts van het consultatiebureau. Deze kunnen je, indien nodig, doorverwijzen naar een kinderarts in het ziekenhuis.

Als er een koemelkallergie wordt vastgesteld bij je kindje, krijg je als je borstvoeding geeft als moeder meestal het advies een koemelkvrij-dieet te volgen. Als de baby kunstvoeding krijgt, wordt er geadviseerd over te stappen op hypoallergene kunstvoeding. Bij de meeste kinderen is de koemelkallergie tijdelijk. In overleg met de kinderarts kan er na een poosje gekeken worden of de allergie er nog is, of dat het kindje nu wel koemelk kan verdragen. Dit kan gedaan worden met een provocatietest, waarbij je kindje in het ziekenhuis in hele kleine stapjes koemelk toegediend krijgt. Je kindje wordt dan goed in de gaten gehouden. 

Soms starten moeders met het volgen van een koemelkvrij-dieet of starten ze met hypoallergene kunstvoeding uit angst voor het ontwikkelen van een koemelkallergie bij hun baby. Dit wordt afgeraden omdat dit juist de kans op een allergie op latere leeftijd kan verhogen. Bij angst dat jouw baby een verhoogde kans heeft op (voedsel)allergieën, kan je voor de geboorte van je baby een afspraak maken met een kinderarts om het hier over te hebben.

 

Voedselallergie en intolerantie bij baby’s

Als jij of je partner zelf voedsel allergieën- of intoleranties hebben of je kindje reageerde overgevoelig op de moedermelk of kunstvoeding, dan kan het extra spannend zijn om te starten met vaste voeding. Bij kinderen tot 3 jaar heeft zo’n 4- 8% een voedselallergie. Deze kans is groter voor het kind als een ouder, broertje of zusje hooikoorts, astma of een voedselallergie heeft.

Klachten na het eten kunnen duiden op een voedselallergie of íntolerantie. Deze klachten zijn bijvoorbeeld overgeven, diarree, verstopping, eczeem, darmkrampen, veel huilen, onrust en niet willen eten of drinken. Net als bij een koemelkallergie, is het raadzaam om bij het vermoeden van een voedselallergie of -intolerantie contact op te nemen met de huisarts of de jeugdarts. Deze kunnen je, indien nodig, doorverwijzen naar een kinderarts in het ziekenhuis.

 

Voedselallergie voorkomen bij eczeem of verhoogde kans op allergieën

Pinda en ei zijn een veel voorkomende allergie. Het algeheel advies in Nederland is daarom om pinda en ei voor de leeftijd van acht maanden te introduceren. Het is extra belangrijk om pinda en ei vroeg te introduceren, als je kindje eczeem heeft of een verhoogde kans heeft op een allergie.  Dit kan bijvoorbeeld zou zijn als astma, allergieën of hooikoorts voorkomen in jouw familie, . Het advies is dan om dit voor de leeftijd van zes maanden te starten.

De jeugdarts of een kinderdiëtist kan je informeren over hoe je dit het beste aanpakt. Als er een verhoogde kans op een allergie aanwezig is, kan je doorverwezen worden naar het ziekenhuis voor bijvoorbeeld een provocatietest. Een provocatietest wordt gedaan bij een mogelijke allergie voor voedsel. Hiermee wordt onderzocht of het voedingsmiddel veilig geïntroduceerd kan worden. Sommige ziekenhuizen hebben een speciale allergiepreventiepoli voor baby’s en jonge kinderen. Bij jouw consultatiebureau kun je informeren of het ziekenhuis bij jouw in de buurt zo’n poli heeft.

Een allergie voor melk, vis, noten, tarwe en soja komen ook veel voor. Hiervoor is het effect van een vroege introductie minder goed onderzocht De verwachting is dat een vroege introductie hetzelfde effect geeft als bij melk en ei. Ook hier geldt, mocht je een verhoogde kans vermoeden, bespreek dit met de jeugdarts om te bekijken of verder onderzoek nodig is.  

 

 

Naast de voedingsstoffen, biedt moedermelk ondersteuning in het afweersysteem van de pasgeborene. Het immuunsysteem bij een pasgeborene is namelijk nog niet volgroeid. Deze afweerstoffen, ook wel antistoffen, zitten vooral in de moedermelk die je in de eerste paar dagen na de geboorte aanmaakt.

Het geven van borstvoeding kost veel energie van jou als moeder. Energie die al spaarzaam is in een kraamperiode en al helemaal als je daarnaast een chronische ziekte als astma hebt. Dit zou een reden voor jou kunnen zijn om voor flesvoeding te kiezen.  

Heb je astma en gebruik je daarvoor medicijnen? Dan wil dat niet direct zeggen dat je geen borstvoeding kunt geven. Veel van de medicijnen die bij astma worden voorgeschreven in Nederland, kunnen veilig gebruikt worden in de borstvoedingsperiode. Bespreek met je behandelend arts of dit ook voor jouw medicijnen geldt. 

De gezondheid en de lichamelijke conditie van jou als moeder speelt mee. Extreme vermoeidheid, ziekte of het gebruik van medicatie kan van negatieve invloed zijn op je melkproductie.  

Als jij of je partner zelf voedsel allergieën- of intoleranties hebben of je kindje reageerde overgevoelig op de moedermelk of kunstvoeding, dan kan het extra spannend zijn om te starten met vaste voeding. Bij kinderen tot 3 jaar heeft zo’n 4- 8% een voedselallergie. Deze kans is groter voor het kind als een ouder, broertje of zusje hooikoorts, astma of een voedselallergie heeft.  

Ontvang de nieuwsbrief

Maandelijks de gratis nieuwsbrief in je email ontvangen! Een nieuwsbrief vol wetenswaardigheden voor mensen met (ernstig) astma.