Mag iemand met allergie niet worden ingeënt?
Gepubliceerd: 9 apr 2019Antibiotica
In sommige vaccins kunnen hele kleine restjes (sporen) van antibiotica zitten die zijn gebruikt bij de productie van vaccins. Antibiotica die het vaakst allergische reacties veroorzaken (zoals penicillines, cefalosporines en sulfonamiden) worden niet in vaccins gebruikt. Sporen van neomycine, streptomycine, polymyxine b, gentamicine en kanamycine kunnen wel in bepaalde vaccins voorkomen. Iemand die ooit anafylaxie ontwikkelde op één van deze antibiotica mag niet meer worden ingeënt met een vaccin waarin één van die antibiotica voorkomt.
Kippenei-eiwit
Sommige griepvaccins worden geproduceerd met behulp van eieren. Zo worden bebroede kippeneieren gebruikt voor de groei van vaccinvirussen bij de ontwikkeling van griepvaccins. Na virusgroei worden de vaccins zeer sterk gezuiverd maar heel kleine restjes van kippenei- eiwit kunnen nog aanwezig zijn (in de orde van grootte van 0,000 000 01 mg of uitgedrukt in picogram). Omdat het over een extreem kleine concentratie kippenei-eiwit gaat, is er geen enkel risico om kinderen met kippenei-eiwit allergie te vaccineren met deze vaccins.
Bij de productie van het mazelen-bof-rubella vaccin worden geen eieren maar cellen van een kippenembryo gebruikt (kippenembryofibroblasten) voor de groei van het vaccinvirus. Ook deze vaccins worden zeer goed gezuiverd na virusgroei, en mogen toegediend worden aan mensen/kinderen met een overgevoeligheid voor kippeneieren. Kortom, overgevoeligheid voor kippen-eiwit is geen reden om vaccins tegen mazelen-bof-rubella of griep niet te geven.
Latex-allergie
Vooral kinderen die reeds herhaaldelijk heelkundige ingrepen hebben ondergaan, hebben een verhoogd risico op latex-allergie. De naaldbeschermers en stampers van vaccin-spuitjes worden soms vervaardigd uit rubber. Een review van de meer dan 180.000 gemelde bijwerkingen na vaccinatie in Amerika toonde 28 gevallen bij wie mogelijks sprake was van anafylaxie bij personen met een gekende latexallergie. Net als CDC, geeft de HGR het advies om aan personen met een voorgeschiedenis van anafylaxie na contact met latex geen vaccin toe te dienen waarvan de naaldbeschermer of stamper latex bevat, tenzij de voordelen van de vaccinatie groter zijn dan de mogelijke bijwerkingen na vaccinatie. Enkel in geval van zeer ernstige allergische reactie (=anafylactische reactie of shock) op één van de bestanddelen van het vaccin is verdere toediening van dat vaccin niet aangewezen. De frequentie van anafylactische reactie op een vaccin varieert van 1/600.000 tot 1/1.000.000 en is dus zeer zeldzaam.
zie ook artikel : Latexallergie
Besluit
Na een ernstige allergische reactie (anafylaxie) op een vaccin of een bestanddeel van een vaccin, mag men dat vaccin niet meer toegediend krijgen. Dit is zeer zeldzaam. Andere allergieën vormen geen probleem.
Bron: gezondheid.be