Als je in de kinderopvang werkt en een baby of peuter met astma opvangt, kan dat vragen oproepen. Op deze pagina lees je meer over het opvangen van een baby of peuter met astma en vind je tips hiervoor.
Bij baby’s en peuters zijn virussen een belangrijke trigger voor astmaklachten. Daarnaast kunnen astmaklachten ontstaan doordat de longen reageren op bepaalde prikkels. Prikkels kunnen allergisch en niet-allergisch van aard zijn.
Als er behandeling van peuterastma nodig is, gebeurt dat bijna altijd met inhalatiemedicijnen, vaak puffers genoemd. Enerzijds zijn dat onderhoudsmedicijnen (ontstekingsremmers of luchtwegbeschermers genoemd), die dagelijks aan de baby of peuter gegeven dienen te worden. Vaak is dit ’s ochtends en ’s avonds en zul je daar bij het opvangen van de baby/peuter minder snel mee te maken krijgen. Anderzijds zijn dit de ‘noodmedicijnen’ (luchtwegverwijders). Deze dienen gegeven te worden bij toename van klachten, zoals benauwdheid, hoesten of een piepende ademhaling. In de dagopvang kan het voorkomen dat deze aan een baby of peuter moeten worden toegediend.
Een baby of peuter met peuterastma of astma-gerelateerde klachten op de kinderopvang kan soms wat extra zorg nodig hebben. Dit kan zijn omdat er medicijnen gegeven moeten worden, maar ook omdat het extra belangrijk is de ouder(s) van de baby of peuter een gerust gevoel te geven. Je baby of peuter het benauwd zien hebben, kan beangstigend zijn en extra zorgen met zich meebrengen als je hem/haar achterlaat bij de opvang. Niet alleen voor de ouder(s) kan dit spannend zijn, maar ook voor medewerkers in de kinderopvang. Want wat heeft een baby of peuter met peuterastma voor (extra) zorg nodig?
Allereerst is het natuurlijk van groot belang om goed en duidelijk te communiceren met de ouder(s) van de baby of peuter. Een aantal tips daarbij zijn:
Werk je op een peutergroep of peuterspeelzaal en heb je een kind met peuterastma/astma-gerelateerde klachten in je groep? Maak dit dan ook bespreek met de andere kinderen. Zeker als het opvalt dat het kind wel eens benauwd is, vaker hoest of moet puffen. Heb je een beeldscherm of digibord op je groep? Dan kun je daarvoor onze webpagina voor kinderen van 0-6 jaar gebruiken. Je vind op deze pagina ook kleurplaten om uit te printen. Verder vind je hier het boekje Anna heeft astma. Hierin wordt aan kinderen uitgelegd wat (ernstig) astma is.
Bijna één op de drie baby’s en peuters hebben symptomen van astma, te weten benauwdheid, hoesten, kortademigheid en/of een piepende ademhaling. Dit houdt in dat er in iedere groep in de kinderopvang en bij iedere gastouder wel één of meer kinderen met astmasymptomen zitten. Dit kan gediagnosticeerd zijn als peuterastma, maar soms blijft die diagnose uit en worden het astma-gerelateerde klachten genoemd. Er wordt van peuterastma gesproken als kinderen jonger dan vier jaar in perioden, vooral als ze verkouden zijn, klachten krijgen zoals een piepende ademhaling, benauwdheid en hoesten. Kenmerkend is dat deze klachten alleen optreden in periodes van enkele dagen tot weken. Tussen deze periodes zijn de kinderen klachtenvrij. De klachten van peuterastma lijken sterk op de klachten van astma bij kinderen vanaf zes jaar. Ook de behandeling van peuterastma is vergelijkbaar met die van astma bij na het zesde levensjaar. Er is echter een belangrijk verschil. Astma die gediagnosticeerd wordt vanaf zes jaar is bijna altijd een chronische ziekte die levenslang aanwezig blijft. Daarentegen is ruim de helft van de kinderen met peuterastma blijvend klachtenvrij als ze de leeftijd van vier tot zes jaar bereiken.
Wil je meer weten over peuterastma en de daarbij horende klachten en behandelingen? Kijk dan hier.
Een baby of peuter met peuterastma of astma-gerelateerde klachten op de kinderopvang kan soms wat extra zorg nodig hebben. Dit kan zijn omdat er medicijnen gegeven moeten worden, maar ook omdat het extra belangrijk is de ouder(s) van de baby of peuter een gerust gevoel te geven. Je baby of peuter het benauwd zien hebben, kan beangstigend zijn en extra zorgen met zich meebrengen als je hem/haar achterlaat bij de opvang. Niet alleen voor de ouder(s) kan dit spannend zijn, maar ook voor medewerkers in de kinderopvang. Want wat heeft een baby of peuter met peuterastma voor (extra) zorg nodig? Hoe zie je of een baby of peuter het benauwd heeft? Wanneer heeft de baby of peuter extra medicijnen nodig? En wanneer bel je de ouder(s)? Om jou als medewerker in de kinderopvang hier extra houvast in te bieden, vind je op deze pagina veel informatie over waar rekening mee te houden als je een baby of peuter met peuterastma opvangt. Daarnaast vind je op deze pagina een heleboel tips, die je op weg kunnen helpen. Bij vragen en/of opmerkingen mag je altijd contact met ons opnemen.
Om te zien of een baby of peuter last heeft van benauwdheid of van een toename van de astmaklachten, is het handig om te weten welke symptomen erbij peuterastma/astma-gerelateerde klachten horen. Het meest voorkomend zijn:
Echter kan het per baby/peuter verschillen welke klachten bij hem/haar het meest aanwezig of herkenbaar zijn. Bespreek met de ouder(s) welke klachten het meest voorkomen bij de baby/peuter die je opvangt.
Bij baby’s en peuters zijn virussen een belangrijke trigger voor astmaklachten. Daarnaast kunnen astmaklachten ontstaan doordat de longen reageren op bepaalde prikkels. Prikkels kunnen allergisch en niet-allergisch van aard zijn.
Niet-allergische prikkels kunnen bijvoorbeeld zijn:
Veelvoorkomende allergieën bij baby’s en peuters zijn:
Om astmaklachten zoveel mogelijk te voorkomen is het belangrijk om de prikkels die de astmaklachten bij een baby of peuter verergeren, zoveel mogelijk te vermijden. Zowel thuis, als in de kinderopvang. Dit kan best een uitdaging zijn, zeker in de kinderopvang. Het belangrijkste is om te weten of de baby of peuter die jij opvangt allergieën heeft en welke niet-allergische prikkels zijn/haar astmaklachten verergeren. Bespreek dit met de ouder(s) en vraag ze ook om het door te geven als daar iets in verandert. Verder geven we je graag een aantal tips, die je kunnen helpen bij het vermijden van prikkels (natuurlijk is het ook belangrijk te kijken naar wat haalbaar is voor jouw opvanglocatie):
Als er behandeling van peuterastma nodig is, gebeurt dat bijna altijd met inhalatiemedicijnen, vaak puffers genoemd. Enerzijds zijn dat onderhoudsmedicijnen (ontstekingsremmers of luchtwegbeschermers genoemd), die dagelijks aan de baby of peuter gegeven dienen te worden. Vaak is dit ’s ochtends en ’s avonds en zul je daar bij het opvangen van de baby/peuter minder snel mee te maken krijgen. Anderzijds zijn dit de ‘noodmedicijnen’ (luchtwegverwijders). Deze dienen gegeven te worden bij toename van klachten, zoals benauwdheid, hoesten of een piepende ademhaling. In de dagopvang kan het voorkomen dat deze aan een baby of peuter moeten worden toegediend. Dit doe je met een puffer (inhalator) met voorzetkamer en neus-mondkapje. Zorg voor een rustige plek en laat het kind bij je op schoot zitten of in een kinderstoel. Belangrijk is vooral dat het kind goed rechtop zit. Het kapje dat bij de voorzetkamer hoort, dient goed over de mond en neus geplaatst te worden en de kin moet een beetje omhoog gericht zijn. Na het puffen is het van belang het gezicht van het kind schoon te maken en de mond te spoelen of de tanden te poetsen (bij hele jonge kinderen kun je een zacht doekje vochtig maken met water en daar het mondje mee schoonmaken). Meer informatie over het toedienen van astmamedicijnen aan jonge kinderen lees je hier.
Het belangrijkste is natuurlijk dat je weet hoe je de medicijnen toedient en wanneer je dit moet doen. Hoe een puffer met voorzetkamer werkt, verschilt per type. De ouder(s) kunnen je dit het beste uitleggen en laten zien. Bespreek ook met de ouder(s) hoe de voorzetkamer en het masker schoongemaakt moeten worden en hoe vaak dit moet gebeuren. Bij twijfel kun je ook kijken op www.inhalatorgebruik.nl, daar wordt per type voorzetkamer en puffer uitgelegd hoe deze werkt (inclusief filmpje).
Geef de medicijnen een vaste plek en zorg ervoor dat iedereen die op de groep waar de baby/peuter wordt opgevangen, weet waar ze liggen en hoe ze toegediend moeten worden. De vraag wanneer de medicijnen gegeven moeten worden, kan wat lastiger zijn. Er kan een vast schema voor zijn (zeker in periodes dat de astmaklachten sterker aanwezig zijn), maar het kan ook zijn dat het nodig is zelf een inschatting te maken wanneer de klachten dusdanig zijn toegenomen dat het geven van de noodmedicijnen aan de orde is. Deze inschatting kan lastig zijn (dat geldt ook voor de ouder(s)). Bespreek daarom goed met de ouder(s) welke klachten typerend zijn voor de baby/peuter en waar zij aan herkennen of het geven van noodmedicijnen nodig is of niet. Bij twijfel, bel de ouder(s) en laat de keuze aan hen.
Allereerst is het natuurlijk van groot belang om goed en duidelijk te communiceren met de ouder(s) van de baby of peuter. Een aantal tips daarbij zijn:
Werk je op een peutergroep of peuterspeelzaal en heb je een kind met peuterastma/astma-gerelateerde klachten in je groep? Maak dit dan ook bespreek met de andere kinderen. Zeker als het opvalt dat het kind wel eens benauwd is, vaker hoest of moet puffen. Heb je een beeldscherm of digibord op je groep? Dan kun je daarvoor onze webpagina voor kinderen van 0-6 jaar gebruiken. Je vind op deze pagina ook kleurplaten om uit te printen. Verder vind je hier het boekje Anna heeft astma. Hierin wordt aan kinderen uitgelegd wat (ernstig) astma is.
Hier vind je het laatste nieuws over peuterastma/astma-gerelateerde klachten bij baby’s, peuters en kleuters.
Maandelijks de gratis nieuwsbrief in je email ontvangen! Een nieuwsbrief vol wetenswaardigheden voor mensen met (ernstig) astma.