Lees voor


 

Misschien sta je volledig achter pijnbestrijding met medicatie tijdens de bevalling, misschien wil je dit liever niet. Wat je wens ook is, het is goed om je voorafgaand aan de bevalling in te lezen over de verschillende mogelijkheden in pijnbestrijding. Vragen hierover kun je bespreken met je verloskundige/gynaecoloog. Deze kunnen je ook adviseren in wat in jouw geval met je astma de beste keuze is en wat de voor- en nadelen voor jouw astma kunnen zijn. Bespreek dit als je twijfelt ook met je astmazorgverlener. Op die manier ben je voorbereid en kun je een weloverwogen beslissing maken, mocht de bevalling anders lopen dan van tevoren gewenst.

Pijnbestrijding met medicatie kan alleen gegeven worden in het ziekenhuis. Kies je hiervoor dan wordt je bevalling altijd klinisch (alleen lachgas is hierin een uitzondering). Dit houdt in dat je bevalling in het ziekenhuis plaatsvindt en begeleid word door een gynaecoloog en 2de-lijns verloskundige. Bij een thuisbevalling mag geen medicatie voor pijnbehandeling worden gegeven, omdat de medicijnen voor pijnbestrijding via de placenta bij de baby kunnen komen. De baby hoeft hier geen gevolgen van te ondervinden, maar het is belangrijk dat het gemonitord wordt. Of en welke vorm van pijnbestrijding je tijdens de bevalling krijgt, bepaald de gynaecoloog die je bevalling begeleidt.

Bij de keuze waar je wil bevallen (als je bevalling niet vanwege medische redenen sowieso in het ziekenhuis plaats zal vinden), is het dus verstandig om alvast na te denken over het eventueel willen gebruiken van pijnbestrijding met medicatie. Kies je ervoor thuis te bevallen, maar wil je toch gebruik maken van pijnbestrijding, dan is het goed om te weten dat je dan alsnog naar het ziekenhuis moet voor het vervolg van de bevalling. Hierdoor kan het een tijd duren voor je de pijnmedicatie kan krijgen. Kies je voor een poliklinische bevalling in het ziekenhuis (met je thuisverloskundige), dan hoef je niet meer naar een andere plek te reizen en kan pijnmedicatie meestal snel worden ingezet.

Twijfel je over pijnbestrijding met medicatie tijdens de bevalling? Thuisarts.nl heeft speciaal hiervoor een keuzehulp ontwikkeld. Je vindt hem hier.

Astma & pijnbestrijding met medicatie tijdens de bevalling
Heb je (ernstig) astma, dan kan dit je keuze voor wel of geen pijnbestrijding met medicatie tijdens de bevalling beïnvloeden. Niet iedere soort pijnmedicatie is geschikt als je (ernstig) astma hebt, al kan het advies van de gynaecoloog of verloskundige voor jouw situatie hiervan afwijken. De gynaecoloog of verloskundige kunnen samen met jou en je astmazorgverlener de afweging maken wat voor jou wel en niet geschikt is. Wat ook meespeelt is dat een bevalling als je (ernstig) astma hebt, zwaarder voor je lichaam kan zijn dan voor vrouwen zonder (ernstig) astma. Het (sneller) kiezen voor pijnbestrijding kan dan een afweging zijn, om niet te veel van je lichaam te vragen tijdens de bevalling. Hoe minder het je lichaam kost, hoe korter je herstel zal zijn en hoe minder invloed het op je astma zal hebben. Kun je bijvoorbeeld na de bevalling al snel weer beginnen met bewegen en/of conditie opbouwen, dan is dit gunstig voor je astma. Lukt dit niet, omdat je bevalling erg zwaar was voor je lichaam, kan dit nadelige gevolgen hebben voor je astma.

Andere factoren die mee kunnen spelen in je keuze als je astma hebt, zijn eventuele allergieën voor (lokale) medicatie/verdovingsmiddelen en de triggers van jouw astma. Heb je (mogelijke) allergieën op dit gebied, bespreek dit dan met je verloskundige/gynaecoloog. Hij/zij kan dan met je meedenken en onderzoeken welke opties veilig zijn of welke voorzorgsmaatregelen er nodig zijn bij eventuele pijnbestrijding (ook tijdens een keizersnede). Indien nodig kan een anesthesist meedenken hierin. Is bekend dat bijvoorbeeld pijn, hevige emoties of stress jouw astma negatief beïnvloeden en/of een longaanval kunnen uitlokken, dan kan dit een reden zijn om al vroeg in de bevalling voor pijnbestrijding met medicatie te kiezen.

Vier soorten pijnbestrijding met medicatie
Er zijn vier verschillende soorten pijnbestrijding met medicatie die tijdens de bevalling ingezet kunnen worden. Dit zijn de ruggenprik, een infuus met remifentanil, een injectie met pethidine en lachgas. Let op: niet in ieder ziekenhuis worden al deze vier soorten pijnmedicatie gebruikt. Denk je voor pijnbestrijding met medicatie te willen kiezen tijdens je bevalling, verdiep je dan in de mogelijkheden bij de ziekenhuizen bij jou in de buurt. De meeste ziekenhuizen organiseren (online) zwangerschapsvoorlichtingsbijeenkomsten, waarin ook uitgebreid aandacht wordt besteed aan pijnbestrijding met medicatie tijdens de bevalling. Het is verstandig om deze bijeenkomsten bij te wonen in de ziekenhuizen in jouw omgeving.

Voor elke pijnbehandeling geldt het advies om vooraf te overleggen met jouw verloskundige/gynaecoloog en eventueel je astmazorgverlener wat in jouw persoonlijke situatie het beste is.

1. De ruggenprik (epidurale pijnbehandeling)
De ruggenprik kan op (bijna) ieder moment in de ontsluitingsfase van de bevalling worden gegeven. Bij een ruggenprik (ook wel epiduraal of epidurale pijnbehandeling genoemd) wordt er door een anesthesioloog met behulp van een naald een dun slangetje (katheter) ingebracht in de ruimte tussen de ruggenwervels in (de epidurale ruimte). De naald wordt vervolgens verwijderd en de katheter blijft op zijn plaats. Hierdoor kun je tijdens de bevalling pijnmedicatie krijgen zonder dat je meerdere keren geprikt hoeft te worden. De katheter brengt, zolang de ruggenprik aan staat, continu verdovende medicijnen in je lichaam die de pijnprikkels van de zenuwen stilleggen. Daardoor kan de pijn van de weeën verminderen. De katheter kan tot enkele dagen blijven zitten.
De ruggenprik kan worden gebruikt tijdens de ontsluitingsfase, niet tijdens de uitdrijvingsfase (persfase). Het is dan namelijk belangrijk om de persweeën te kunnen voelen, zodat je weet wanneer je moet persen.

Bij het zetten van de ruggenprik wordt de huid eerst verdoofd, waardoor je van de prik van de naald weinig voelt. Je zit tijdens het prikken op de rand van het bed en er wordt je gevraagd een bolle rug te maken en zo stil mogelijk te zitten. Op die manier kan de anesthesioloog het beste met de naald in de epidurale ruimte komen. Er wordt geprobeerd de ruggenprik te zetten tussen de weeën door. Het zetten en inwerken van de ruggenprik duurt ongeveer een half uur.

Wil je een ruggenprik? Dan wordt eerst gekeken naar de conditie van de baby door een ctg (hartfilmpje van de baby) te maken. Verder krijg je een infuus, zodat als er medicatie nodig is (bijvoorbeeld bij bloeddrukdaling, wat een bijwerking is van de ruggenprik), dit snel toegediend kan worden. Is alles in orde en kan de ruggenprik gezet worden? Dan kan het soms nog even duren voor dit gebeurt, omdat de anesthesioloog tijd moet hebben. Als de ruggenprik eenmaal gezet is, krijg je een blaaskatheter. Dit omdat het belangrijk is dat de blaas leeg is tijdens de bevalling en omdat de blaas door de ruggenprik soms tijdelijk niet goed werkt.

Het effect van de ruggenprik op de vrouw
De ruggenprik (mits deze goed werkt) kan de pijn van de weeën sterk verminderen. De medicijnen die je krijgt via de ruggenprik kunnen wel bijwerkingen geven. Doordat de ruggenprik je vanaf je borsten naar beneden verdooft, kan het gevoel in je beenspieren tijdens de bevalling minder zijn. Hierdoor kun je niet meer rondlopen en zul je de bevalling in bed moeten voortzetten. Andere mogelijke bijwerkingen zijn: een daling van je bloeddruk, waardoor je misselijk of duizelig kunt worden, koorts, jeuk, een tintelend of jeukerig gevoel over je lichaam, sufheid of slaperigheid, rugpijn en hoofdpijn. Verder kan het persen langer duren en is er een kleine verhoogde kans op een kunstverlossing. In zeldzame gevallen kan er een infectie op de prikplek optreden of een (kortdurende) zenuwschade of bloeding.

In steeds meer ziekenhuizen wordt er gebruik gemaakt van een zogenaamde ‘walking epidural’ of ‘ruggenprik light’. Hierbij is de dosering van de medicijnen die worden toegediend via de ruggenprik lager. Hierdoor kun je blijven rondlopen tijdens de bevalling en is een blaaskatheter alleen nodig als daar een medische reden voor is. Daarnaast bepaal je zelf de dosering van de medicijnen. Dit doe je door een pompje dat aan de katheter wordt gekoppeld. Neemt de pijn toe, dan druk je op de knop en krijg je meer pijnstilling toegediend (uiteraard is de pomp beveiligd en krijg je nooit te veel pijnstilling toegediend). Met de walking epidural voel je beter aan wanneer je moet persen. Deze vorm van de ruggenprik kan daarom meestal wel gebruikt worden tijdens de persfase.

Het effect van de ruggenprik op de baby
De ruggenprik is veilig voor de baby en heeft geen gevolgen voor het geven van borstvoeding. Wel kan het zijn dat als jouw bloeddruk daalt door de ruggenprik, dit invloed heeft op de bloeddruk van de baby. Hierdoor kan de hartslag van de baby dalen. Daarom wordt de hartslag van de baby continu gemonitord als je een ruggenprik krijgt. Daalt je bloeddruk, dan krijg je via het infuus medicijnen hiervoor. Daarmee zal ook de hartslag van de baby zich herstellen. Krijg je koorts als je een ruggenprik hebt? Dan kan het zijn dat de baby na de geboorte een tijdje in de gaten moet worden gehouden in het ziekenhuis. Het is namelijk niet altijd duidelijk of de koorts door de ruggenprik of een infectie komt.

De ruggenprik en (ernstig) astma
Als je (ernstig) astma hebt, is de ruggenprik veelal veilig te gebruiken. Bespreek wel met je zorgverlener(s) of dit ook voor jou het geval is. De ruggenprik kan voordelen hebben als je bevalt met astma. Het kan namelijk de ademarbeid (de spierarbeid die nodig is om de normale ademcyclus te volbrengen) verminderen, doordat je zuurstofconsumptie en ademminuut ventilatie verminderen (de hoeveelheid lucht die je per minuut in- en uitademt). Hierdoor kost ademen je minder moeite.

2. Een infuus met remifentanil
Remifentanil is een morfine-achtige pijnstiller die snel maar kort werkt. Je kunt reminfentanil krijgen als je bevalling goed op gang is gekomen, de ctg van de baby goed is en je nog geen ander morfine-achtig medicijn hebt gehad dat de werking van reminfentanil kan versterken (zoals pethidine).

De toediening van remifentanil gebeurt per infuus met een pompje met drukknop. Daarmee kun je zelf bepalen hoeveel remifentanil je toegediend krijgt. Uiteraard is dit pompje beveiligd en krijg je nooit te veel van het medicijn. Er is geen anesthesioloog nodig om het infuus te prikken, waardoor het soms sneller ingezet kan worden.

Het effect van de remifentanil op de vrouw
Remifentanil haalt de scherpe randjes van de pijn van de weeën. Het werkt snel, na een minuut merk je al iets. Het werkt maar kort, 3-5 minuten. Het is nauwkeurig te doseren en verdwijnt ook weer snel uit je lichaam. Treden er bijwerkingen op, dan is het middel snel uitgewerkt als het gestopt wordt. Het is vooral geschikt voor kort gebruik. Na 2 tot 4 uur neemt de werking ervan af. Wordt er verwacht dat de bevalling nog lang gaat duren? Dan wordt remifentanil niet geadviseerd.
Van remifentanil kun je jeuk krijgen en suf, slaperig, misselijk en duizelig worden. Daarom mag je niet rondlopen tijdens het gebruik ervan. Daarnaast kan remifentanil de ademhaling vertragen, waardoor een verlaging van het zuurstofgehalte in het bloed kan optreden. Om zuurstofgebrek te voorkomen, wordt regelmatig je bloeddruk, polsslag, ademhaling en het zuurstofgehalte in je bloed gecontroleerd. De toediening van extra zuurstof (via een kapje op je neus en mond) kan nodig zijn. Helpt dit niet voldoende, dan kan het zijn dat de dosering verlaagd moet worden of de toediening van de remifentanil gestopt moet worden.

Het effect van remifentanil op de baby
Als de moeder niet goed ademhaalt door de remifentanil, kan er bij de baby ook zuurstofgebrek ontstaan. De hartslag van de baby wordt daarom continu in de gaten gehouden met de ctg. De remifentanil komt via de placenta bij de baby, maar door de erg korte werking van het medicijn is de kans op sufheid of slecht doorademen na de geboorte heel klein.

Remifentanil en (ernstig) astma
Heb je astma dan hoeft dat niet per se uit te sluiten dat je remifentanil kunt gebruiken tijdens je bevalling. Hoewel je zuurstofgehalte kan dalen door het medicijn, hoeft dit geen invloed te hebben op je astma. Dit omdat je goed in de gaten gehouden wordt en het medicijn snel uit je lichaam is mocht je er last van krijgen. Bespreek met je verloskundige/gynaecoloog en je astmazorgverlener wat in jouw situatie het advies is.

3. Injectie met pethidine
Pethidine is een morfine-achtige stof die wordt gegeven door middel van een injectie. De injectie wordt toegediend in de bil of het bovenbeen en werkt na ongeveer 15 minuten. Pethidine is na ongeveer twee tot vier uur uitgewerkt. Om die reden wordt een injectie met pethidine bij voorkeur gegeven aan het begin van de ontsluitingsfase. Dit in verband met de mogelijke bijwerkingen op de baby die hieronder aan bod komen.

Het effect van pethidine op de vrouw
Door pethidine kan de ergste pijn van de weeën iets minder worden. Echter bij een groot deel van de vrouwen helpt pethidine niet zo goed als pijnbestrijding tijdens de bevalling. Het kan wel helpen ter ontspanning tussen de weeën door, omdat het de ergste pijn afvlakt. Sommige vrouwen vallen ervan in slaap.

Twee tot vier uur na het krijgen van de injectie mag je niet rondlopen. Doordat pethidine je suf en slaperig kan maken, is de kans op vallen te groot.

Een ander effect van de injectie met pethidine is dat je soms een deel van de bevalling vergeet, omdat je er suf en slaperig van wordt. Ook kun je er misselijkheid, hoofdpijn en tijdelijke jeuk van krijgen.

Soms wordt bij zwangere vrouwen pethidine aangeraden nog voordat de bevalling begint. Bijvoorbeeld als je veel last hebt van pijnlijke harde buiken, de voorweeën, en hierdoor niet goed kan slapen. Door de pethidine word je slaperig en kan je nog wat uitrusten voor de bevalling start.
Het advies vanuit gynaecologen en verloskundigen is meestal om geen pethidine te kiezen. De ruggenprik of een pompje met de pijnstiller remifentanil hebben meer effect.

Het effect van pethidine op de baby
Voorafgaand aan de injectie wordt de hartslag van de baby gecontroleerd door middel van een ctg-apparaat. Als de ctg goed is, kun je pethidine krijgen. Is de ctg niet optimaal, dan is het veiliger voor je baby om geen pethidine te gebruiken.

Het is daarnaast beter om geen pethidine te krijgen zo’n twee tot vier uur voor de geboorte van je kindje. De pijnstilling komt via de placenta ook bij je baby, waardoor de baby net als de barende vrouw, suf en slaperig wordt. Direct na de geboorte kan dit als gevolg hebben dat de baby moeite heeft met ademhalen. In dat geval krijgt de baby zuurstof na de bevalling. Ook kan een injectie met naloxon worden geven die de werking van pethidine tegengaat. Dit kan zowel vlak voor als na de geboorte toegediend worden.

Injectie met pethidine tijdens de bevalling en (ernstig) astma
Een injectie met pethidine wordt afgeraden als je (ernstig) astma hebt. Zoals eerder benoemd kan pethidine je suf en slaperig maken. Het werkt verslappend en kan als je al last hebt van astma leiden tot ademhalingsproblemen en longaanvallen uitlokken.

4. Lachgas
Lachgas vormt een uitzondering op de andere drie vormen van pijnbestrijding met medicatie. Het is op veel plekken nog niet beschikbaar en anders dan de overige drie, mag dit ook worden toegediend in een geboortecentrum en tijdens een poliklinische bevalling. Je bevalling wordt dan dus niet automatisch medisch en de hartslag van de baby hoeft niet gecontroleerd te worden met het ctg-apparaat. Is je bevalling in het ziekenhuis (om medische redenen in het ziekenhuis), dan is lachgas juist niet mogelijk als pijnbestrijding.

Lachgas als pijnstilling bij een bevalling is een mengsel van 50% distikstofoxide (N2O) en 50% zuurstof (O2). Je kunt lachgas alleen krijgen als je poliklinisch (met je thuisverloskundige) in het ziekenhuis of in een geboortecentrum bevalt. Het wordt toegediend via een mond- en neusmasker waardoor je het inademt. Deze houd je zelf vast en gebruik je vlak voordat een wee begint. Via een kinmasker wordt het gas dat je uitademt weer weggezogen. Het werkt snel, binnen één minuut, maar het is ook na een paar minuten weer uitgewerkt. Lachgas werkt pijnstillend door verschillende eigenschappen. Bij het inademen van het gas, daalt je bewustzijn. Het maakt je suf, waardoor je de ergste pijn van de weeën minder voelt. Daarbij laat lachgas je angsten verminderen en de spieren ontspannen. Ook dit zorgt voor een minder sterke pijnbeleving.

Lachgas heeft zover heden bekend is geen effect op de baby.

Voorwaarden voor het gebruik van lachgas is een gezonde bevalling. Oftewel je hebt goede weeën, de ontsluiting vordert goed en er zijn verder geen complicaties. Je verloskundige beoordeelt of je aan deze voorwaarden voldoet.

Bijwerkingen van lachgas zijn sufheid, duizeligheid, hoofdpijn en misselijkheid. Ook kun je soms een deel van de bevalling vergeten, omdat het je suf en slaperig maakt. Dit is ook de reden dat je niet mag rondlopen zolang het werkt. De kans op vallen is te groot.

Zodra je mag persen, moet je stoppen met het inademen van lachgas zodat je de volledige concentratie hebt voor de geboorte van je kindje. Ook mag je in deze fase van de bevalling geen lachgas meer gebruiken, omdat je met de persende ademhaling te veel lachgas uitademt en hierdoor een te grote blootstelling is aan lachgas in de omgevingslucht voor de zorgverleners.

Lachgas tijdens de bevalling en (ernstig) astma
Lachgas is geschikt voor bijna iedereen. Op dit moment ook voor mensen met astma. Lachgas is niet geschikt als je een vitamine B12 tekort hebt of wanneer je kortgeleden een oor- of oogoperatie hebt ondergaan.

De informatie op deze pagina is samengesteld met behulp van informatie uit de richtlijnen voor pijnbestrijding met medicatie tijdens de bevalling en informatie van verschillende ziekenhuizen en wetenschappelijke websites. De informatie is gecontroleerd door deskundigen

Ontvang de nieuwsbrief

Maandelijks de gratis nieuwsbrief in je email ontvangen! Een nieuwsbrief vol wetenswaardigheden voor mensen met (ernstig) astma.